Toeristische informatie over streken, stadjes en dorpen waar we verblijven of passeren...
De DRÔME
van Vercors tot Provence

Een overzicht van de verschillende streken die we doorkruisen...

De Drôme

Gedurende onze reis fietsen we wel door vijf verschillende departementen, maar voor het grootste gedeelte zullen we ons toch in
de Drôme bevinden, een departement dat al duidelijk mediterrane kenmerken draagt. Het klimaat en het landschap alsook de steden en dorpjes van de Drôme maken een provençaalse, typisch Zuid-Franse indruk. De Drôme ligt dan ook voor een groot deel onder de alpiene klimaatscheiding, die loopt van Valence via de Col de Rousset, de Col de la Croix Haute en de Col Bayard (iets ten noorden van Gap) naar de Col du Galibier. 
Kastelen, sfeervolle oude historische plaatsjes en Provençaalse boerderijen met bleekrode pannendaken in een entourage van brem, lavendel, klaprozen, wijngaarden, koolzaad, fruit- en olijfbomen, bossen, weiden en visrijke riviertjes bepalen het aanzicht van de Drôme.

Tot aan de Franse Revolutie was de Dauphiné een zelfstandige provincie. In 1791 werd deze streek, met de bedoeling om de herinnering aan een feodaal en koninklijk verleden weg te nemen, in drie departementen verdeeld. Deze nieuwe departementen kregen de neutrale namen Drôme, Isère en Hautes-Alpes.

Het nieuwe departement Drôme werd naar de langste rivier (110 km) van het gebied genoemd.
Het heeft een oppervlakte van 6525 km2. Er wonen 414.000 mensen in de Drôme, dat is gemiddeld
60 personen per km2. De hoofdstad Valence telt veruit het meeste inwoners (65.000). De hoogste top van de Drôme is de Rocher Rond (2456 m), die in het uiterste oostpuntje van het departement ligt.
Door zijn geringe hoogte is de Drôme vanaf het vroege voorjaar tot in het late najaar een goede vakantiebestemming. 

In het noorden grenst de Drôme aan de departementen Isère en Hautes-Alpes. In het zuiden loopt de grens iets boven de lijn Sisteron - Mont Ventoux - Bollène. In het westen wordt de Drôme begrenst
door de Rhône.
De belangrijkste streken van de Drôme zijn : de Vercors in het noordoosten /
de 'Vallée de la Drôme' / de Tricastin in het zuidwesten / Les Baronnies in het zuidoosten
Hieronder vind je een meer gedetailleerde beschrijving van elk van deze streken.

De 'Vercors' ... het noordoostelijke deel van de Drôme.

De Vercors ligt ten zuidwesten van Grenoble, op het grondgebied van twee departementen : de Drôme en de Isère. Vier rivieren vormen de grens van het gebied : de Isère in het noorden, de Rhône in het westen, de Drôme in het zuiden en de Drac in het oosten. 
Achter hoge rotsmuren verscholen, ligt een verrassend mooi en gevarieerd gebied, met toppen die
als fiere burchten boven het landschap uittorenen. De totale oppervlakte van de Vercors (waarvan het grootste deel tot het departement Drôme behoort) is 130.000 ha, de grootste lengte is 63 km.
Meer dan de helft van het oppervlak is met bos bedekt. De Vercors wordt doorsneden door indrukwekkende canyonachtige dalen die, net als de bergkammen, voor het merendeel in noord-zuidrichting lopen. Hiertussen liggen uitgestrekte kale hoogplateaus die het effect van de omringende toppen met hun prachtige vergezichten nog eens versterken.

De Vercors kan ingedeeld worden in een ontgonnen, dichter bevolkt laagplateau (700-1200 m) en een dunbevolkt ruig hoogplateau (1200-2300 m) : de 'Hauts Plateaux du Vercors'. De bekendste top is
de Mont Aiguille (2086 m) en de hoogste top is de Grand Veymont met zijn 2341 m.
De kalkhoudende rotsen zorgen voor een dubbel effect. De uitwendige erosie heeft voor mooie formaties van steile wanden en spitse bergtoppen gezorgd en de inwendige erosie heeft talloze grotten en onderaardse gangen gevormd. Dit proces duurt nog steeds voort.
In de Vercors wonen in totaal zo'n 24.000 mensen, dat is 18 per km2. De grootste plaats is
Villard-de-Lans (3751 inw.), waar in 1968 een deel van de Olympische Winterspelen werd gehouden.
Bij rotsklimmers is de Vercors zeer populair en het is vanwege het gevarieerde landschap een uitermate mooi gebied om te wandelen.

De Vercors kan dus worden ingedeeld in een hoog en een laag deel, maar het kan ook historisch ingedeeld worden in drie delen : de Royans in het (zuid)westen), de Quatre Montagnes in het noorden, en de Vallée de la Vernaison in het zuidoosten.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog is er hevige strijd geleverd in de Vercors. De Duitse troepen ondervonden daarbij hoe geïsoleerd de Vercors ligt. Het verzet in deze streek kwam vroeg op gang en had zijn hoogtepunt in de maanden juni en juli 1944. Er werd toen openlijk tegen de bezetter gevochten. Drie divisies alpenjagers en parachutisten moesten er aan te pas komen om de massale opstand te onderdrukken. St-Nizier, La Chapelle en Vassieux werden met de grond gelijk gemaakt. Zevenhonderd doden, burgers en verzetstrijders, noopten de Franse bevelhebber de strijd voorlopig te staken. De meeste maquisards, zoals de verzetsstrijders in Frankrijk genoemd werden, vluchtten in de Forêt de Lente. Twee nationale kerkhoven voor gesneuvelde, een verzetsmuseum en diverse andere monumenten herinneren aan de afschuwelijke jaren 1939-'45.
Meer info hierover vind je verder bij Vassieux-en-Vercors (1e rit).

Royans ... het westelijk deel van de Vercors.
De
Royans is het westelijke deel van de Vercors. De Gorges de la Bourne scheidt de streek van de Quatre Montagnes in het noorden en de Vallée de la Vernaison vormt de grens met de zuidoostelike Vercors. Het is niet precies bekend waar de naam Royans vandaan komt. Verschillende verklaringen doen de ronde. In de 6de eeuw zou hier een verslagen legeraanvoerder Rhodan met de rest van zijn troepen een schuil- en woonplaats hebbengehad. Het zou echter ook kunnen dat de naam van de Romeinse oorlogsgod Mars komt, die de Kelten de bijnaam Rhodanius gaven. Rhodan of Rhodanius zou dan in de loop van de tijd tot het koninklijk klinkende Royans zijn verbasterd.
Royans is een gebied met spelonken, grotten, bossen en weiden. U kunt er verse forel en pittige geitenkaasjes krijgen. Een bekend streekgerecht is de raviol de Royans. De met vlees gevulde meelkussentjes worden in kippenbouillon gaar gekookt. Noten, maïs, graan, tabak en zuivel zijn de producten van de streek. De enige industrie in het gebied is de houtindustrie.

Quatre Montagnes ... het noordelijk deel van de Vercors.
Het noordelijke deel van de Vercors staat bekend onder de zeer oude naam Quatre Montagnes.
Vroeger had het woord 'montagne' (berg, gebergte) een veel ruimere betekenis en werden er ook omliggende weiden en dorpen mee bedoeld. De vier dorpen in kwestie waren Villard-de-Lans, Lans-en-Vercors, Méaudre en Autrans. De kloof van de Gorges de la Bourne scheidt het gebied van de zuidelijke Vercors. Eeuwenlang liep er geen weg door deze kloof. Een ander obstakel vormt de bergrand van de Montagne de Lans in het oosten. De belangrijkste toppen zijn de Moucherotte 
(1901 m) en de Grande Moucherolle (2284 m).

Vallée de la Vernaison ... in het zuidoosten van de Vercors.
De Vernaison onspringt op de Col de Rousset (1254 m) en loopt naar het noorden, waar hij bij
Pont-en-Royans in de Bourne stroomt. Het dal is zeker niet het spectaculairste deel van de Vercors, maar het is landschappelijk bijzonder mooi en rustig. In het noorden grenst de vallei aan de Quatre Montagnes en in het oosten aan de keten van de Grand Veymont (2341 m). In het zuiden wordt de vallei begrensd door de Col de Rousset en in het westen door het Forêt de Lente. De belangrijkste plaats is La Chapelle-en-Vercors, de boeiendste grot is La Grotte de la Luire.

Parc Naturel Régional du Vercors : Officiële website  /  Nederlandstalige info  Foto's
Regionale parken dienen in de eerste plaats ter bevordering van de economie van de betreffende gebieden. Daarbij hoort helaas de ontsluiting van wintersportgebieden. Het bewust maken van de eigen cultuur en de daarbij behorende tradities krijgen eveneens aandacht. Natuurbescherming blijkt pas mogelijk wanneer er binnen een regionaal park een Réserve Naturelle gecreëerd wordt. Dit is in de Vercors gelukkig het geval. In het bestuur zijn allerlei streekorganisaties vertegenwoordigd. Van
de doelstellingen en het programma wordt een akte opgesteld. In 1970 tekenden de bewoners van de Vercors zo'n akte, waarmee het regionale park een feit werd. Helaas houdt men gebieden waar ook maar een kleine kans is om het toerisme te ontwikkelen, maar al te vaak bewust buiten het beschermde gebied.
In het regionale park van de Vercors ligt één beschermd gebied : de Réserve Naturelle des Hautes Plateaux. Met 17.000 ha is dit niet alleen het grootste Réserve Naturelle van Frankrijk, het is ook
het eenzaamste gebied van de Franse Alpen. Er gelden strenge regels in het park : gemotoriseerd verkeer is er verboden (er loopt overigens ook geen enkele autoweg door het gebied). Er is geen permanente bewoning, en er mag alleen gewandeld worden. Op een speciaal daarvoor gemarkeerde route mag men met de mountainbike fietsen. Honden mogen niet worden meegenomen en ook het overnachten in dit gebied is streng geregeld.
Deze maatregelen zijn noodzakelijk om bijzondere flora en fauna, die hier met uitsterven werden bedreigd, te beschermen. Er zijn zelfs planten en dieren opnieuw geïntroduceerd, zoals de steenbok. Op het in de zomer droge kalkplateau leven zes grote soorten zoogdieren : wilde zwijnen, herten, reeën, mouflons, gemzen en steenbokken. In de lucht draait de koningsadelaar zijn gracieuze rondjes.
Er zijn 1800 verschillende planten waaronder de zeldzame Turkse lelie en een aantal orchideeën waaronder het venusschoentje. Onder leiding van deskundige gidsen van het Maison du Parc is het mogelijk boeiende excursies in dit gebied te maken.

'Vallée de la Drôme' ... waar de Dauphiné en de Provence elkaar ontmoeten.
De 'Vallée de la Drôme' is ongeveer 100 km lang en loopt van oost naar west dwars door het gelijknamige departement. De Drôme ontspringt nabij het dorpje Valdrôme (ten zuiden van de Col de Cabre) en mondt uit in de Rhône ongeveer 15 km ten zuiden van de stad Valence. Voornaamste plaatsen aan de Drôme zijn Luc-en-Diois, Die, Saillans, Crest en (juist voor de monding) Livron- en Oriol-sur-Drôme.
De rivier is van het voorjaar tot in de herfst uitermate geschikt voor wildwatervaren en rafting. De Drôme is bevaarbaar vanaf Le Claps en Le Saut de la Drôme (in de buurt van Luc-en-Diois). De te bevaren trajecten zijn gemakkelijk tot middelzwaar.
Een spoorlijn en een steenweg volgen vrijwel de gehele route door het dal.     

De 'Tricastin' ... het zuidwestelijk deel van de Drôme Provençale.
De naam van deze streek is afgeleid van de naam van een Keltische stam, de Tricastinii, die hier in een ver verleden woonden. Ook de Tricastin behoort tot de Drôme Provençale. Tegenwoordig houdt een groot deel van de bewoners zich bezig met de verbouw van druiven die worden gebruikt voor de bekende Côtes du Rhône, waar de Côteaux du Tricastin er een is. De soms wat eentonige rijen wijnstokken worden aan de kant van de weg opgevrolijkt door rozenstruiken. De enorme tanks van de coöperaties ontsieren hier en daar het landschap een beetje.
Het belang van de wijnbouw wordt nog eens onderstreept door de Université du Vin, de Wijnhogeschool in Suze-la-Rousse. Het prachtige kasteel dat het plaatsje beheerst, is een van de vele in de streek.

'Les Baronnies' ... het zuidoostelijk deel van de Drôme Provençale.
De streek 'Les Baronnies' ligt ten noorden van de Mont Ventoux (1912 m). Toeristisch gezien hoort Les Baronnies bij de
Drôme Provençale. Les Baronnies staat bekend om de lavendel en de olijven die er vandaan komen. Maar dat zijn niet de enige gewassen die er verbouwd worden. Bij vrijwel alle dorpjes vindt u fruitbomen (veel abrikozen, maar ook appels), wijngaarden en linden (honing). Hier en daar worden asperges gekweekt.
De veestapel bestaat zo goed als geheel uit schapen en geiten; koeien ziet men er zelden.
De dorpjes en gehuchtjes van Les Baronnies zijn meestal klein, en bieden zichzelf aan als 'Village Pittoresque', 'Village très bien restaurée', 'Village ancien' of 'Ancien village typique'.

Een overzicht van een aantal stadjes, dorpen of andere bezienswaardigheden in de volgorde waarin we ze tegenkomen op ons fietsparcours...

St-Jean-en-Royans (start- en aankomstplaats van onze reis waar we drie keer overnachten)
De grootste plaats van de Royans is St-Jean-en-Royans (2923 inw.). Het stadje heeft een naam op het gebied van fijn meubelwerk. 
De 17de eeuwse kerk, met een stoere vierkante toren die nog veel ouder lijkt, heeft mooi 18de-eeuws houtsnijwerk. Vanaf de kerk loopt een pad naar het uitzichtpunt op een heuveltje, de Colline de Toura. Hier staat even voor het kerkhof een oriëntatietafel, die de belangrijkste punten in het landschap weergeeft. 
St-Jean-en-Royans maakt ook deel uit van het 'Parc Naturel Régional du Vercors'.

'Forêt de Lente' (1e rit)
Het Forêt de Lente biedt 3000 ha bos met talrijke schilderachtige open plekken en is 's winters een waar paradijs voor langlaufers. Bovendien verwent dit woud je met een dicht net paden, dat bijzonder geschikt is voor tochten te voet, te paard of met de mountainbike. En misschien heb je wel het geluk om gedurende zo'n tocht oog in oog te staan met een groot zoogdier... Wordt het een ontmoeting met een gems, hert, ree, moeflon (wild schaap) of everzwijn ?
De meest voorkomende boomsoorten zijn beuken, sparren en lariksen en men kan er frambozen, wilde aardbeien en bosbessen plukken. Het hout uit het bos wordt tot timmer- of meubelhout verwerkt. In de 19de eeuw werd het hout voornamelijk gebruikt voor het maken van houtskool en van de lange kaarsrechte stammen van de sparren werden scheepsmasten voor de marine gemaakt.
Het Forêt de Lente werd gedurende meer dan vijf eeuwen onderhouden door de kartuizermonniken, die overal in het landschap hun sporen hebben nagelaten. Tegenwoordig staat het woud onder het bekwame toezicht van l'Office National de Forêt (Nationaal Bosbeheer), dat tevens voor het onderhoud zorgt.
In de dominiale bossen van Lente bouwden de maquisards (verzetsstrijders tijdens de Tweede Wereldoorlog) hun eerste onderkomens.

Vassieux-en-Vecors (1e rit)
Het vrij vlakke plateau aan de oostkant van Vassieux-en-Vercors (1057 m - 283 inw.) vormde een ideaal terrein voor het afwerpen van bevoorradingen door de geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Aan de andere kant leverde dit weinig geaccidenteerde terrein de Duitsers nauwelijks problemen op bij hun wraakacties. Zoals zoveel plaatsen in de Vercors, werd dit gehucht gebombardeerd en beschoten. Zesenzeventig burgers (mannen, vrouwen en kinderen) werden gefusilleerd en ten slotte staken de 
Duitsers het dorp in brand. Het dorpje heeft zich behoorlijk hersteld, maar het eenvoudige monument op het Rond Point des Martyrs is er niet minder schrijnend om. In Vassieux is ook een verzetsmuseum opgericht. De toegang is gratis.
Iets buiten Vassieux, aan de weg naar de Col de Lachau, ligt het Cimetière National du Vercors. Op dit kerkhof (de 'Nécropole de la Résistance') liggen 193 verzetsmensen en burgers begraven. Een audiovisuele presentatie van een kwartier is aan de geschiedenis van de ongelijke strijd tegen de Duitsers gewijd. Een sober monument en vier Franse vlaggen vormen de enige aankleding van de begraafplaats.

Col de Rousset (1e rit)
De Col de Rousset (1254 m) in het zuiden van de Vercors is een wintersportstation. Er wordt geskied op de hellingen van de Montagne de Beurre (1704 m).
De col ligt op de scheiding van de noordelijke en de zuidelijke Alpen. De lijn die beide berggebieden scheidt, loopt globaal van Valence via de Col de Rousset, de Col de la Croix Haute en de Col Bayard (iets ten noorden van Gap) naar de Col du Galibier. Het verschil in klimaat is soms verrassend groot.
Zit u voor de pas nog in de dikke mist, erna kan het helder en warm zijn. Het verschil wordt nog eens versterkt door de Tunnel de Rousset (lengte 580 m); u gaat dikwijls met slecht weer de tunnel in en komt er aan de andere kant bij stralende zon weer uit. Het landschap aan de zuidelijke kant van de pas ligt in een enorme diepte verzonken. In de verte ziet u het stadje Die te midden van een wirwar van heuvels liggen.

Die (1e rit)
Het kleine stadje Die (4361 inw.) heeft zijn bekendheid niet alleen te danken aan de lange historie
maar evenzeer aan de uitstekende witte wijn die ervandaan komt. Deze 'Clairette de Die' (appellation contrôlée) is een van nature licht mousserende witte wijn, als dessertwijn (demi-sec) maar ook als aperitief (brut) verkrijgbaar. De wijn wordt in de omliggende plaatsen gemaakt en in Die zelf is er gelegenheid te over om deze wijn te proeven en te kopen.
Die was vroeger de hoofdstad van de Keltische stam de Vocontii. Nadat de Romeinen de plaats hadden ingelijfd, noemden ze het Dea Augusta Vocontiorum. Dat de plaats ook in de periode na de inlijving belangrijk was, blijkt uit de bouw van een amfitheater en twee forse poorten. Van de twee poorten is alleen de Porte St-Marcel (3e eeuw) aan de oostkant van het centrum nog over. Het is het markantste Romeinse monument van de Drôme.

Vallée de la Roanne (einde 1e rit)
Schilderachtige vallei gevormd door de Roanne, een zijriviertje van de Drôme (foto's).
Gedurende de laatste 20 km van onze eerste rit volgen wij deze vallei stroomopwaarts. Meer...


St-Nazaire-le-Désert (hier overnachten we na onze 1e rit)
St-Nazaire-le-Désert is een schilderachtig dorpje in het groene voorgebergte van de Alpen. Het ligt geïsoleerd in een vallei, aan de oever van de Roanne. Het dorp (letterlijk St-Nazaire-in-de-Woestijn)
telt nu nog amper 140 inwoners, maar ooit was dit anders...
Lees een zeer interessant artikel over dit dorpje, en de problemen om er te leven. Het lot van vele honderden dorpjes in Frankrijk...  Bekijk ook eens het filmpje op YouTube.

D135 van St-Nazaire-le-Désert tot La Motte-Chalancon... (begin 2e rit)
De eerste 24 km van onze tweede rit, via de D135 van St-Nazaire-le-Désert over de Col des Roustans tot bij het binnenkomen van La Motte-Chalancon is een klassieke etappe in de gekende autorally van Monte-Carlo. In 2013 werd deze etappe gereden op 18 januari.
Beste tijd staat sinds 1988 op naam van de Fransman Yves Loubet in een Lancia Delta HF 4 WD.
Hij reed 14 minuten en 50 seconden (hetzij 97,08 km/u gemiddeld) over de 24 bochtige kilometers.

Rémuzat (2e rit)  
Rémuzat (ongeveer 330 inwoners) ligt aan de voet van een rots, de 'Rocher du Caire', die loodrecht
enkele honderden meters de lucht in klimt. De mensen hier hebben het slimme i
dee gehad dat dat nu typisch zo'n plek is, waar de vale gier zich wel eens thuis zou kunnen voelen. En inderdaad, sinds
de herintroductie in 1995 doet deze vogel het hier uitstekend, en is hier zelfs een soort
'vogeltoerisme' ontstaan. Het 'Maison des Vautors' is gratis te bezoeken.

St-Auban-sur-l'Ouvèze (2e rit)  
St-Auban (640 m - 201 inw.) is een dorpje met een prachtige ligging, een aardig straatbeeld en een 'mairie' (gemeentehuis) met een fraaie gevel. Het plaatsje biedt gelegenheid voor een bezoek aan het landelijk gelegen begindal van de Ouvèze met uiterst kleine gehuchtjes, kapelletjes en kerkjes.


Orpierre (hier overnachten we 2 keer - na ritten 2 en 3)
Orpierre
(ongeveer 330 inwoners) ligt in de vallei van de Céans in 'Le Pays du Buëch', een streek in
het uiterste westen van het departement Hautes Alpes. Het is een zeer populaire verblijfplaats voor klimvakanties, centraal gelegen tussen tal van interessante klimmassieven.
We logeren niet in het dorp Orpierre zelf, maar wel 5 km daarvandaan, in het piepkleine gehuchtje
Les Bégües
(spreek uit 'Les Bégu') met amper 30 inwoners.
Hotel Le Céans ligt aan de 'Route des Princes d'Orange', een 107 km lange weg die de stad Orange verbindt met Orpierre. De laatste 20 km van onze 2e rit (over de Col de Perty) volgen we deze route.
Van waar deze Nederlands naam voor een weg in Frankrijk? Welnu, dat komt omdat Orpierre van
1530 tot 1702 een baronie van het Huis van Oranje-Nassau was. Pas bij het Verdrag van Utrecht in 1703 ging deze baronie over naar de Prins van Frankrijk.
In het dorp Orpierre bevinden zich twee muurplaten die deze historische gegevens bevestigen.
Willem van Oranje himself verbleef, op weg naar het zuiden, ooit een paar dagen in Orpierre.

Col de Pommerol (3e rit)
De top van de Col de Pommerol (1072 m) ligt op de grens van de departementen Hautes-Alpes en Drôme, in het 'Montagne de Raton'. Een prachtige en zeer rustige omgeving !
Voor ons (komende van uit Rosans) is dit een klim van iets meer dan 8 km aan gemiddeld 5,2%.

Col de St-Jean (begin 4e rit) : (1158 m)  Meer info !

Cimetière National d'Eygalayes (4e rit)
Ongeveer 1 km vóór het dorpje Eygalayes (70 inwoners) bevindt zich een klein militair kerkhofje, het Cimetière National d'Eygalayes. Hier liggen de 35 'maquisards du Ventoux' (verzetsstrijders) begraven die in deze streek werden gefusilleerd op 22 februari 1944.

Gorges de la Méouge (4e rit)   

Deze mooie maar niet zo lange
Gorges worden gevormd door de Méouge, een klein riviertje dat ten noordwesten van Sisteron in de Buëch uitmondt.

Sisteron (4e rit)
Sisteron (ong. 7400 inwones) aan de Route Napoléon (departement Alpes de Haute Provence), is de noordoostelijke toegangspoort tot de Provence. Het oude stadje is tegen de steile oever van de Durance gebouwd. Door zijn strategische ligging heeft Sisteron altijd grote militaire betekenis gehad. Op een hoge rots staat een 13e eeuwse citadel die elke belegering heeft doorstaan. Vanaf deze vesting heeft men een schitterend zicht over de kloof van de Durance. Aan de voet van de rots waarop de citadel gebouwd is, ligt de benedenstad. In de oude wijken langs de Durance zijn verschillende steile straten, met elkaar verbonden door overkluisde trappen, de 'andrones'. Er is een groot plein waaraan vier ronde torens staan. Het zijn restanten van de middeleeuwse vestingsmuur. Er is een mooie kathedraal in Provençaals-Romaanse stijl uit de 12e eeuw, de Notre-Dame.
Men kan in de omgeving heerlijk wandelen, en ook vissers en zwemmers kunnen hier terecht.


Montagne de Lure (einde 4e rit)
De Montagne (of 'Signal') de Lure is een gebergte dat een beetje vergelijkbaar is met de westelijker gelegen Mont Ventoux. Op de top (1826 m) bevindt zich ook een mast en de beklimming is even lang maar wel minder steil. Er is ook een klein ski-station, en het zicht is er schitterend. Men noemt deze berg dan ook wel eens 'het kleinere broertje van de Ventoux'.
3 km voor de top passeren we op de 'Pas de la Graille'.

St-Etienne-les-Orgues (hier overnachten we 2 keer - na ritten 4 en 5)
Onze etappeplaats St-Etienne-les-Orgues (882 inw. - 687 m hoogte) ligt aan de voet van de Montagne de Lure, midden de lavandelvelden. 'St-Etienne-les-Orgues est situé dans un environnement privilégié où la qualité de l'air, du climat et de la lumière sont exceptionnels. Le village est entouré de superbes paysages de forêts, de garrigues et de champs de plantes aromatiques'.

St-Michel-l'Observatoire (5e rit)
St-Michel-l'Observatoire (ong. 850 inwoners) bezit twee mooie kerken uit de 12e en 13e eeuw.
In de smalle hoofdstraat bevinden zich een aantal huizen met gevels uit de 17e eeuw.
 
Omdat de atmosfeer in deze streek tot de puurste van Frankrijk behoorde, werd dit dorp eind jaren dertig gekozen voor de bouw van een sterrenwacht. Vanaf dan heette het dorp dan ook St-Michel-
l'Observatoire. Dit observatorium, gelegen op een heuvel buiten het dorpscentrum, is nu wel
verouderd, maar blijft toch nog steeds een toeristische en educatieve troef voor de gemeente.


Forcalquier (5e rit)
Forcalquier is een typisch provençaals stadje dat erg populair is bij toeristen. Het telt 4700 inwoners,
dus naar onze normen is dit slechts een dorp, maar hier is het de hoofdplaats van het gelijknamige arrondissement, en dus een vrij levendig en druk stadje. Vooral de
markt op maandagochtend is een echte toeristische trekpleister.

Sigonce (5e rit)
Sigonce is een dorp met ongeveer 400 inwoners dat tijdens WOII een belangrijke rol speelde in het
verzet tegen de bezetter. Boeren uit het dorp verborgen toen tal van verzetstrijders in hun stallingen,
met alle hieraan verbonden risico's...


Banon (6e rit)
Banon (1050 inw. - 770 m hoogte) ligt tegen een heuvel aan het einde van de hoge vallei van de Coulon (Calavon) op het plateau d'Albion, tussen de Montagne de Lure en de Mont Ventoux.
De oude stad is heel pittoresk, met smalle kasseistraatjes en oude huizen waarvan de meeste zeer goed zijn gerestaureerd. Van de vestingmuren zijn sommige delen nog bewaard gebleven.
De pittige geitenkaas uit Banon is zeer bekend en gemakkelijk te herkennen. De kaas is gewikkeld in bruine kastanjebladeren die vastgebonden zijn met raffia (een stro-achtig touwtje).

Revest-du-Bion (6e rit)
Revest-du-Bion is een mooi dorpje van 470 inwoners op 935 m hoogte, op de grens van de Vaucluse
en de Alpes de Haute Provence.

Col de Macuègne en Col de l'Homme Mort (6e rit)  
Van uit Montbrun (600 m) is de klim naar de 1213 m hoge Col de l'Homme Mort 14 km lang. Na 9,5 km passeren we eerst op de Col de Macuègne (1068 m) en van daar resten er nog 4,5 km vrij makkelijke kilometers tot op de top van de 'Homme Mort'. 
De streek rond deze twee cols noemt men de hoogvlakte van Albion, een prachtig gebied beroemd om het spel van licht, kleuren, lijnen en vlakken : de groene wijnstokken, de paarse lavendel en de gele korenvelden in hoogzomer, de vlammende beuken en eiken in de herfst. Niet voor niets heeft de Franse regering dit gebied (samen met de 'Val de Sault') aan de UNESCO voorgedragen als werelderfgoed.

Ferrassières (6e rit)
In Ferrassières, een klein dorpje in het uiterste zuiden van het departement Drôme (amper 120 inwoners), wordt elk jaar op de eerste zondag van juli een gekend 'Fête de la Lavande' georganiseerd.

In het departement Drôme groeit de lavendel, het kleurrijke en geurige symbool van de Provence hoofdzakelijk ten zuiden van de rivier de Drôme. Verschillende 'lavendelroutes' laten u toe om op eigen ritme het rijk van de lavendel te verkennen. Overal kunt u boerderijen, distilerijen, tuinen en parken bezoeken. De lavendel bloeit van half juni tot half augustus en bedekt dan het landschap met een spectaculaire dieppaarse kleur.

Aurel (6e rit)
We
houden onze middagpauze van onze 6e rit  in het dorpje Aurel (180 inw.), een etappeplaats uit
onze fietsreis 1998. We logeerden daar toen op de vooravond van onze rit over de Mont Ventoux, na
een verzopen rit, in 'Le Relais du Mont Ventoux' bij Madame Colette. Benieuwd of we het daar nog zullen herkennen...
Kleine anekdote i.v.m. Aurel : één van de deelnemers aan onze reis 1998, die een paar jaar later mysterieus verdween, werd naar verluidt na een paar weken spoorloosheid (mét opsporingsbericht op
de VRT) teruggevonden in dit hotelletje...


Montbrun-les-Bains (6e rit)  
Aan het einde van de Gorges du Toulourenc, gebouwd op de uitlopers van de Mont Ventoux, komt Montbrun-les-Bains (600 m - 472 inw.) plotseling in zicht. Het is een bekoorlijk, terrasgewijs gebouwd vakantieplaatsje met o.a. een kerk uit de 12e eeuw, een 14e-eeuwse klokkentoren en de ruïne van een renaissancekasteel.
De tegen elkaar aangeplakte huisjes tekenen zich als orgelpijpen af tegen de lucht. Bedekt met roodokerkleurige dakpannen bereiken de smalle huizen van Montbrun 3 tot 4 etages. Aan de onderkant zijn ze wat breder zodat ze een betere houvast op de rotsen hebben. Het kasteel is niet meer dan een ruïne, maar de legende vertelt ons dat het onderdak verschafte aan meer dan 100 nobele heren, hun knechten en 200 paarden. Nu klimmen bezoekers naar boven om er de frisse lucht op te snuiven.
De benaming 'les-Bains' dankt het dorp aan zijn zwavel- en ijzerhoudende bronnen.

Mont Ventoux (6e rit)   Websites :
www.dekaleberg.nl - www.lemontventoux.net
Omdat de Mont Ventoux (1912 m) niet echt op onze route ligt, en omdat de meeste deelnemers deze berg vroeger reeds hebben beklommen, nemen we hem niet op in onze reis. We passeren de 'reus van de Provence' langs de noordzijde, met op ons parcours 4 cols :
Col du Négron (1242m), Col de la Pigière (968m), Col de l'Homme Mort (1212m), Col de Macuègne (1068m) en Col de Fontaube (655m).
Voor de deelnemers die de Mont Ventoux tóch wensen te beklimmen is er een facultatief parcours
dat 13 km langer is dan het 'normale' parcours. De klim is dan die vanuit Sault, en zo verder langs
het Châlet Reynard en het monument van Tom Simspon naar de top.

Een Provençaals gezegde luidt : 'Hij die de Ventoux beklimt is niet gek. Hij die er terugkeert wel.'

Buis-les-Baronnies (hier overnachten we na onze 6e rit)
Buis-les-Baronnies is een gemeente in het Franse departement Drôme en telt 2226 inwoners.
De plaats maakt deel uit van het arrondissement Nyons.

Meer informatie...

Saou (7e rit)
Via de 'Pas de Lauzens' (416 m), die de verbinding maakt met de 'Vallée de la Drôme', bereiken we het dorpje Saou (spreek uit : 'soe' / 515 inw.). Het uitzicht op het dorp is zonder meer indrukwekkend.
Saou ligt vlak voor het punt waar het riviertje de Vèbre in de Roubion uitmondt. Het dorpje heeft een Romaans aandoend kerkje en een vierkante klokkentoren. Ten oosten van Saou zijn nog de restanten van een klooster uit de 9de eeuw te zien, de Abbaye de St-Thiers. Een van de aantrekkelijkste punten van het dorpje is de 'Forêt de Saou'.
Saou ligt aan de voet van een enorme 'syncline' die zich als een 13 km lang stenen schip uitstrekt tussen Vercors en Ventoux. Naar verluidt is dit de hoogste 'synclinal perché' van Europa. Gelukkig moeten we daar niet over met de fiets... Bekijk de foto's !
Heel lekker zijn de 'picodons', kaasjes van geitenmelk. In het derde weekeinde van juli vindt hier het
jaarlijkse Fête du Picodon plaats. Men kiest er dan het beste geitenkaasje.

L'Abbaye de Léoncel (7e rit)
Het gehucht Léoncel is op zich niet erg interessant. Des te opvallender is de kloosterkerk, die op
11 mei 1188 ingewijd werd door de abt van de voormalige abdij van Léoncel, die in 1137 door de Cisterciënzermonniken gesticht is. Aan de binnenkant valt de kerk, die uit drie schepen bestaat, wat tegen. Het interieur is verwaarloosd en vochtig. De buitenkant is boeiender. Twee bouwstijlen zijn hier verenigd met vier lokale invloeden : Romaanse apsis en vensters met Gotische elementen; Dauphinese invloed op de klokketoren vermengd met Provençaalse, Auvergiaanse en Bourgondische elementen. 


Pont-en-Royans (8e rit)
Een der bezienswaardigste plaatsjes van de Dauphiné is Pont-en-Royans (990 inw.). Het ligt aan het einde van de Gorges de la Bourne, waar een hoge rots oprijst boven de rivier. Het schilderachtige trapsgewijs gebouwde dorp, waarvan de oude huizen houten galerijen hebben, die door scheve schoren gesteund worden, schijnt zich vast te grijpen aan de rots en ziet neer op de Bourne. De schots en scheef gebouwde en in verschillende kleuren geschilderde woningen oefenen veel aantrekkingskracht
uit op toeristen. 
Er loopt slechts één straat door het dorp, de smalle Grande Rue. De van uit deze straat steil oplopende zijstraatjes zijn bijzonder pittoresk. Over de Bourne gaat de 40 m lange, uit een enkele boog bestaande Pont Picard. Schuin tegenover de brug bevindt zich een onopvallende bron, de Source du Diable, waar heerlijk water uitkomt. 

Grottes de Choranche (8e rit)
De Grottes de Choranche liggen zo'n 4,5 km voor Pont-en-Royans, bijna aan het einde van de kloof van de Gorges de la Bourne. De druipsteengrotten, waarin sporen uit de prehistorische tijd zijn gevonden, zijn in een opzicht uniek. U treft er namelijk zeer lange (1 tot 3 m) en dunne (3 à 4 mm) stalactieten aan. Iets hoger liggen nog twee grotten : de Grotte de Gournier en de Grotte de Coufin.

'Gorges de la Bourne' (8e rit)
De Gorges de la Bourne zijn smal en op sommige gedeelten hangt de rotswand half boven de weg.
De tocht door de Gorges is zeer aantrekkelijk door de variatie die de kloof biedt. Waar de kloof breder wordt, wordt veel gevist. 

Villard-de-Lans (8e rit)
De meest toeristische plaats van de Quatre Montagnes is
Villard-de-Lans. De plaats is met allerlei voorzieningen duidelijk op de wintersporten gericht, maar ook 's zomers is er genoeg te doen.
In 1968 werd een deel van de Olympische Winterspelen (Grenoble) hier georganiseerd. Het bergstation van Villard-de-Lans is La Côte 2000. Het ligt op een hoogte van 1720 m, en hier lag de finishlijn van een rit van de Tour de France 2004.
Voorbij Villard-de-Lans fietsen we langs de Route de Valchevrière (D215c). De weg loopt tussen de sparren van het Bois-Barbu. Langs de weg staan elf kruisen ter herinnering aan de slachtoffers van de oorlog. Eind juli 1944 werd er zwaar om deze weg gevochten. Het twaalfde, zeer grote kruis staat op de Calvaire de Valchevrière. Vanaf deze plek ziet u de restanten van het gehucht Valchevrière dat door de Duitsers als represaille werd vernield. Alleen de kapel is nog overgebleven. Gelukkig stemt het prachtige uitzicht op de Gorges de la Bourne iets vrolijker.
 
'Grands Goulets' (8e rit)
Goulet betekent : bergengte,hals, nauwe doorgang. De Petits en de Grands Goulets zijn zonder meer spectaculair en vormen een van de meest opzienbarende bezienswaardigheden in de Vercors. Ze trekken dan ook veel toeristen, wat zowel het rijden als het parkeren erg lastig maakt. De vijf tunnels aan het begin van de kloof maken meteen duidelijk hoe smal de toegang is. Deze 'Grands Goulets'
zijn spectaculair nauw. Vooral de loodrechte wand van de Rocher du Guignon (1249 m) aan de rechterkant imponeert. De Vernaison stort zich met indrukwekkende snelheid en veel lawaai over rotsblokken en keien schuimend omlaag.
Het hoogste gedeelte van de weg langs de Grands-Goulets (D518) is sinds 2008 vervangen
door een tunnel van liefst 1710 m lengte : de 'Tunnel des Grands Goulets, weliswaar vrij goed
verlicht, maar toch niet echt ideaal om in groep per fiets door te rijden. Doen we dus ook niet.
Maar... we passeren in Les Baraques-en-Vercors wél aan de ingang van die tunnel, dus wie dit wil kan er eventueel tóch eens door fietsen. Heen en terug is dit 3,4 km.
 
St-Agnan-en-Vercors (8e rit) > foto !

La Chapelle-en-Vercors (8e rit)
La Chapelle-en-Vercors is een uitstekend uitgangspunt voor interessante excursies in de Vercors en
in het Forêt de Lente.
De in 1944 tijdens gevechten in de Vercors uitgebrande burcht is opnieuw opgebouwd. 

'Col de la Machine' - 'Combe Laval' (einde 8e rit)
Van op de Col de la Machine heeft men een fraai uitzicht op het bosrijke dal en de Combe Laval.
Met het woord 'Combe' wordt een inzinking in een hoogvlakte bedoeld. De Combe Laval is hier een goed voorbeeld van. Vanaf de Col de la Machine gaat de weg steil bergaf (max. 12%) tot in St-Jean-
en-Royans. De weg is smal en loopt door verschillende tunneltjes. Op diverse plaatsen heeft men een magnifiek uitzicht over de laagvlakte van de Isère. Een prachtige finale van onze reis !
 

Websites van de regio's en de departementen op ons parcours...

(Fiets)tochten in de streek...
Aanbevolen wegenkaart : Michelin - 332 Local 'Drôme - Vaucluse' - Schaal: 1/150.000.